Rampen en conflicten: Oorlog in Irak, 2003-heden

Land: Irak
Periode: 2003–heden
Type conflict: Inval Verenigde Staten en burgeroorlog
Conflict: De verdrijving van dictator Saddam Hussein leidt tot jarenlange chaos en een burgeroorlog in Irak
Betrokken partijen: Stabilisatiemacht (o.a. VS, Groot-Brittannië), regering Irak, Ba’athisten, Soennitische en Sjiitische rebellen
Geschatte aantal slachtoffers: van 120.000 tot ruim 1 miljoen Irakese doden en 4,1 miljoen vluchtelingen

In 1979 wordt Saddam Hussein president van Irak. Onder zijn leiderschap is het land een dictatuur. Politieke tegenstanders verdwijnen in de gevangenis of worden vermoord. In de jaren tachtig van de vorige eeuw voert Irak oorlog met buurland Iran. Meer dan 500.000 soldaten en burgers komen om. De Koerden – die in het noorden van het land wonen – worden stelselmatig onderdrukt en aangevallen. Op 16 maart 1988 pleegt het Iraakse leger in opdracht van Hussein een gifgasaanval op de Koerdische stad Halabja. Naar schatting komen hierbij 3500 tot 5000 mensen om het leven.

In 2003 valt een internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten Irak binnen. Het is onderdeel van de zogenaamde war on terror, een reactie op de terroristische aanslagen in 2001 in de Verenigde Staten. Na de val van de regering van Hussein ontstaat er chaos in het hele land. Verschillende groepen –sjiieten, soennieten, Koerden, christenen, voor- en tegenstanders van Hussein – bevechten elkaar. Bomaanslagen en ontvoeringen zijn aan de orde van de dag. Geschat wordt dat er tussen 2003 en eind 2006 meer dan 600.000 mensen zijn omgekomen en 900.000 Irakezen hun land zijn ontvlucht.

In 2011 verlaten de laatste Amerikaanse troepen het land, maar er is geen vrede in Irak. Er vinden daarna nog bijna wekelijks bomaanslagen plaats. Ook in 2016 wordt in grote delen van het land nog gevochten, onder andere door Islamitische Staat (IS).