In Turkije is het officiële aantal Syrische vluchtelingen inmiddels opgelopen tot 495.000 en het aantal blijft groeien. De meeste vluchtelingen worden er opgevangen in kampen. De Turkse overheid verleent veel steun aan de vluchtelingen, maar heeft daarbij ook hulp nodig. Gemma Bennink werkt als onderwijs specialist bij UNICEF in Turkije. Ze richt zich op onderwijs voor gevluchte Syrische kinderen in Turkije.
2 september 2013 – Syrische vluchtelingen in Turkije
Na een hele ochtend van vergaderen, vlieg ik vanuit Ankara naar Gaziantep, een van de grootste steden in het zuiden van Turkije waar we een klein veldkantoor hebben. Als we aankomen, gaan we meteen door naar een van de nieuwe kampen voor vluchtelingen uit Syrië. Het kamp ligt aan de grens met Syrië. Het kamp is pas een paar maanden open en is gebouwd voor zo’n 25.000 mensen. Het is een containerkamp en een van de beste en grootste kampen die Turkije heeft. Ik kijk mijn ogen uit, want vergeleken bij andere kampen lijkt dit wel een paradijs: het is ruim opgezet, er is een supermarkt, een speeltuin en genoeg onderwijsruimte. Het aantal mensen buiten de kampen is ondertussen groter dan het aantal mensen in de kampen en groeit momenteel met duizenden per dag.
3 september 2013 – Het belang van onderwijs
Onderwijs voor kinderen in noodsituaties is cruciaal. Om te beginnen zijn deze situaties voor kinderen vaak traumatisch. Scholen zijn dan juist de plek voor kinderen om zich veilig te voelen en om weer een gevoel van een normale situatie te creëren. Dagelijkse routine wordt zo hersteld en er wordt vaak psychsociale hulp geboden. Zo kunnen scholen en onderwijs een belangrijke bijdrage leveren aan het verwerken van trauma’s van kinderen. Ook zorgen we er met onderwijs in noodsituaties voor dat kinderen zich blijven ontwikkelen en ze zo min mogelijk achterstand oplopen. Ook in Turkije is onderwijs een belangrijk onderdeel van ons werk voor de kinderen die gevlucht zijn uit Syrië.
4 september 2013 – Ackacale aan de grens met Syrië
Ackacale ligt direct aan de grens met Syrië. Dit is het tegenovergestelde van het kamp van twee dagen geleden. Het kamp puilt uit van de mensen. Overal lopen mensen rond die wel verdwaasd lijken: lege ogen, naar de grond kijkend, afgerafelde kleding, doelloos door het kamp lopend. De kinderen spelen niet en lijken afwezig. De meeste mensen zitten hier al meer dan twee jaar. We werken hier ook hard om scholen op te bouwen en leraren te trainen. Er wordt les gegeven in tenten door mensen zonder opleiding die weinig respect krijgen. Er is nauwelijks lesmateriaal, kinderen krijgen geen diploma’s en ouders zien het belang van onderwijs niet in. Veel kinderen kunnen gemakkelijk het kamp in en uit, en kiezen er daardoor steeds vaker voor om te gaan werken. Mensen hebben geld nodig, en als je geen hoop hebt, is onderwijs vaak het laatste waar je aan denkt. Ik denk dat ik dat soms het moeilijkst vind: de angst en de hopeloosheid van de situatie. Waar mensen ook zitten, hoe goed of slecht ze het ook hebben, de hopeloosheid en angst is voor iedereen hetzelfde. Elke dag leven mensen in angst om te horen dat er weer een familielid is omgekomen. Voor het eerst sinds ik hier ben, voel ik de oorlog. De oorlog is overal aanwezig, het is een spanning die je overal voelt, ondanks dat alles verder hetzelfde lijkt. Zo aan de grens met Syrië komt het erg dichtbij.
5 september 2013 – Onderzoek naar het onderwijs curriculum
UNICEF doet een onderzoek in de regio naar het onderwijscurriculum dat er in de landen met Syrische vluchtelingen gebruikt wordt en de diploma’s die kinderen krijgen. Een lastig, maar zeer belangrijk onderwerp. In de andere landen rondom Syrië die Syrische vluchtelingen opvangen is dit makkelijker, aangezien de kinderen onderwijs en diploma’s krijgen van de landen waar ze zijn. Ook omdat in deze buurlanden Arabisch gesproken wordt. In Turkije is het vooral lastig vanwege de taal. De Turkse overheid is in eerste instantie begonnen met het Turkse curriculum te onderwijzen, maar dit bleek onmogelijk vanwege de taalverschil. Er is nu besloten dat kinderen les krijgen in het Syrische curriculum, wat wel aangepast is om bepaalde elementen eruit te halen die naar het huidige regime verwijzen. De Turkse overheid erkent dit curriculum echter officieel niet, maar laat toe dat er in onderwezen wordt.
Kinderen krijgen op dit moment geen diploma’s, wat de belangrijkste reden is voor ouders om hun kinderen niet naar school te sturen. Want redeneren veel ouders: “wat is onderwijs waard zonder diploma?” UNICEF pleit ervoor dat ook zonder diploma onderwijs belangrijk is. Het geeft kinderen houvast en een ritme, het zorgt voor emotionele en cognitieve groei, het brengt kinderen bij elkaar en leidt kinderen af van de oorlog. Toch blijft het van groot belang dat er zo snel mogelijk een oplossing komt voor het diplomaprobleem. Ik ben dus vandaag met een onderzoeker op pad om in kaart te brengen wat de situatie in en buiten de kampen is.
6 september 2013 – Eerder naar huis
Er zijn veiligheidswaarschuwingen geweest, dus er wordt me aangeraden terug te komen. Het is een zware week geweest, dus ben ook wel blij weer even naar huis te kunnen. Ondanks dat, ben ik ook opgelucht en blij: we gaan langzaam de goede kant op en onze relatie met de overheidspartners wordt steeds sterker. We hebben hier als UNICEF echt een unieke rol te spelen aangezien we een van de weinige partners van de overheid zijn op het gebied van onderwijs. De situatie hier is met geen pen te beschrijven. De oorlog duurt lang en is vooralsnog uitzichtloos. UNICEF en andere hulporganisaties zetten alle zeilen bij om vluchtelingen te voorzien van schoon drinkwater, zorg, voeding, onderwijs en bescherming. Dat is dus ook wat ik en mijn collega’s bij UNICEF in Turkije proberen te doen en we blijven doorgaan!
Kijk voor meer informatie op www.unicef.nl.