Op woensdag 2 november 2016 organiseert Vice Versa in samenwerking met inspectiedienst IOB een debat over de effecten van de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking onder kabinet Rutte I. Het recente IOB-rapport ‘The gaps left behind’ vormt de aanleiding en het uitgangspunt voor de discussie.
Over de sprekers
Antonie de Kemp (evaluator IOB), Wendy Asbeek Brusse (directeur IOB), Remco van der Veen (programmadirecteur Cordaid), Reina Buijs (plv. directeur-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken) en Yacouba Dié (Ministerie van Financiën, Burkina Faso, o.v.).
Moderator is journaliste Alberta Opoku.
De volgende conclusies uit het IOB-rapport komen aan de orde:
- Er is geen bewijs dat de keuze van Rutte I voor een kleiner aantal partnerlanden heeft bijgedragen aan efficiëntere en effectievere hulp. Bezuinigingen stonden voorop. De landenselectie was niet gebaseerd op uitkomsten van coördinatie met andere Europese landen en een diepgaande analyse van de effecten van de beslissingen ontbrak.
- Op papier konden landen het Nederlandse vertrek opvangen door stijgende overheidsinkomsten. Maar in landen als Burkina Faso hebben bezuinigingen een groot effect doordat de eigen middelen nog veel te beperkt zijn om een kwalitatief goed voorzieningenniveau te kunnen verzekeren. Mede met Nederlandse hulp is veel bereikt op terreinen als water, gezondheid en onderwijs, maar de problemen zijn nog steeds omvangrijk. De uitdagingen blijven groot. Lokale ngo’s zijn vaak hard getroffen door de bezuinigingen.
- Over het algemeen is het beter om het uitfaseren van bilaterale ontwikkelingssamenwerking over een langere periode uit te smeren, om potentieel negatieve financiële en niet-financiële effecten te beperken. Er moet een exitstrategie ontwikkeld worden in samenwerking met de aandeelhouders in kwestie waarbij rekening gehouden wordt met de planning en budgettering van de (partner)landen.