Ram Karki (1970), Bhutan
Ram groeit op als hindoe in Bhutan, een klein koninkrijk in de Himalaya. Met zijn ouders en zeven broers en zussen leidt hij een rustig leven op het platteland, totdat de koning besluit dat de boeddhistische en hindoeïstische Bhutanen geen gelijkwaardige burgers meer zijn. Van de ene op de andere dag voert de koning discriminerende wetten in.
Terwijl hij de lerarenopleiding volgt, begint het verzet tegen de nieuwe regels van de koning. Ram doet eraan mee en is betrokken bij een pamflet over de onderdrukking van hindoes. Een van de schrijvers wordt gearresteerd, en na martelingen noemt hij onder andere de naam van Ram. Zonder afscheid te nemen vlucht Ram naar India en later, omdat daar weinig hulp is, naar Nepal.
Vluchtelingenkamp in koeienstal
In Nepal zet Ram samen met anderen een vluchtelingenkamp op. Wat begint als een geïmproviseerd kampement in een koeienstal, groeit uit tot een kamp waar 100.000 vluchtelingen wonen. Uiteindelijk neemt de VN-organisatie voor vluchtelingen, de UNHCR, de organisatie van het vluchtelingenkamp over.
Ram krijgt via de UNHCR een beurs om te studeren in India. Daarna verhuist hij terug naar het kamp in Nepal en strijdt voor de rechten van de Bhutaanse vluchtelingen. Hij woont er uiteindelijk meer dan tien jaar. Omdat Nepal de vluchtelingen niet opneemt, wordt de situatie steeds uitzichtlozer en vlucht Ram in 2003 naar Nederland. Hier blijft hij zich inzetten voor het Bhutaanse vluchtelingenprobleem.
Situatie in Bhutan
De bevolking van Bhutan bestaat uit verschillende etnische groepen. Sommige hiervan komen oorspronkelijk uit Nepal en wonen in het zuiden van Bhutan. Andere groepen komen uit Tibet, of wonen al honderden jaren in Bhutan. Het Nepalese deel van de bevolking is overwegend hindoeïstisch, terwijl het grootste deel van de Bhutaanse bevolking boeddhist is. Dat levert soms spanningen op.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw voert koning Jigme Singye Wangchuck wetten in die de Nepalees-hindoeïstische groep onderdrukken. Ze mogen bijvoorbeeld hun traditionele kleding niet meer dragen en de Nepalese taal wordt verboden. Ook komt er een wet die alleen de mensen die al honderden jaren in Bhutan wonen het staatsburgerschap geeft. Omdat de Nepalese Bhutanen volgens de koning pas later in Bhutan kwamen wonen, worden veel van hen in één klap illegaal.
