Lidija Zelovic (1970), voormalig Joegoslavië
Lidija groeit op in Sarajevo, toen nog in Joegoslavië, waar in 1992 een burgeroorlog uitbreekt. In 1993 vlucht ze naar Nederland: ze is 23 als ze door haar vader op het laatste vliegtuig dat uit Sarajevo vertrekt wordt gezet. Ze denkt dat het voor even is, om bij te komen van alle spanningen van de oorlog. Pas als de maanden voorbijgaan, beseft Lidija dat ze haar thuis voor altijd verlaten heeft.
Hier in Nederland werkt ze als filmmaker. In haar films probeert Lidija erachter te komen wat oorlog met mensen doet en of verzoening mogelijk is.
Over voormalig Joegoslavië
Joegoslavië was een socialistische staat op de Balkan die bestond uit de deelrepublieken Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië, Montenegro en Macedonië. In 1991 begint de oorlog, als Slovenië zich afscheidt van Joegoslavië. Hij slaat over naar andere gebieden waaronder Kroatië en Bosnië en eindigt pas in 1999 in Kosovo.
Ook Lidija’s woonplaats Sarajevo lijdt ernstig tijdens de oorlog. Bijna vier jaar lang wordt de stad beschoten en gebombardeerd vanuit de omliggende bergen. Meer dan 140.000 mensen worden vermoord en bijna 4 miljoen mensen uit hun huis verdreven. De systematische moord op meer dan 8000 jongens en mannen in Srebrenica is een van de gruwelijke dieptepunten.
In 1995 worden de akkoorden van Dayton getekend waarmee officieel een einde komt aan de oorlog tussen de Kroaten, Serviërs en Bosniërs. Toch is er nog steeds spanning. Mensen van de verschillende bevolkingsgroepen wonen vaak weer in hetzelfde dorp, maar spreken elkaar niet. In sommige gebieden kunnen mensen juist niet terugkeren naar hun eigen huis. Ook wordt de landelijke politiek nog steeds gedomineerd door nationalistische partijen.
Rechtspraak en verzoening
Als een oorlog officieel is beëindigd, betekent dat niet automatisch dat er vrede is. Wrok die overblijft na een conflict, leidt maar al te vaak tot nieuwe escalaties van geweld. De fragiele overgangsperiode tussen een gewelddadig regime en een nieuw, democratisch bestuur, wordt ook wel transitional justice genoemd.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties kan na een oorlog een tribunaal oprichten voor het vervolgen van mensen die verdacht worden van oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide. In 1993 richt de Veiligheidsraad het eerste tribunaal op: het Joegoslaviëtribunaal. Sindsdien zijn er 161 rechtszaken gevoerd tegen staatshoofden, ministers, legeraanvoerders en politici. Eind 2016 lopen er nog een aantal zaken, waaronder de zaak tegen Ratko Mladic. Hij wordt ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor de genocide in Srebrenica.