Door de ogen van: Parwana Rezai
In de rubriek Mijn plek van VluchtelingenWerk Magazine vertellen vluchtelingen over een speciale plek in Nederland. Een plek die na hun aankomst veel voor hun betekende.
Parwana Rezai (19) studeert Law in Society aan de Vrije Universiteit. Tien jaar geleden leerde ze in het asielzoekerscentrum Elke Brandenburg (2) kennen. Vanaf die dag reden ze samen paard bij Elke thuis in Leersum.
‘Hoi, ik ben Parwana en dat betekent vlinder in Afghanistan!’. Zo stelde ik me aan Elke en haar moeder voor toen ze knuffels uitdeelden in het azc waar ik woonde. Ze grappen er nu nog steeds over. Elke en ik waren al snel de beste vriendinnen en speelden graag bij elkaar. Ik wat vaker bij haar dan zij bij mij, het azc deed soms moeilijk over bezoek. Dat was prima, want Elke en haar ouders hadden zeven paarden. Op een dag besloot ik overmoedig dat ik nu wel zonder cap en zadel kon rijden, tot het paard waar ik op zat uit het niets begon te galopperen en ik van zijn rug viel. Ik ben een paar minuten buiten bewustzijn geweest. Gelukkig kunnen we er nu hard om lachen.
Soms logeerde ik ook bij Elke, maar dat ging vaak wat minder goed. Ik had last van nachtmerries en kon mijn vader niet lang missen. Monique, Elkes moeder, bracht me soms midden in de nacht terug naar het azc. Zij was als een moeder voor mij. Ik wist lang niet waar mijn eigen moeder was en of ze überhaupt nog leefde. Als ik daar verdrietig over was, dan huilde Monique vaak met me mee.
Elke en ik hebben nog altijd contact. We appen, instagrammen en zien elkaar om de paar maanden. Het is dan altijd net of we elkaar gisteren nog zagen. Onze vriendschap is vertrouwd.’
Tekst: Annemieke van der Pol
*Dit artikel verscheen eerder in VluchtelingenWerk Magazine van VluchtelingenWerk Nederland.